Together by myself (: |
Just a day, just an ordinary day.
Het was een gewone dag, net zoals alle voorgaande dagen. Lachend keek het gewone meisje naar het meer dat voor haar lag terwijl de wind voorzichtig met haar donkerbruine haren speelde. Met een goed rapport had ze het jaar afgesloten en een geweldige vakantie kwam haar tegemoet.
Het meisje stond op uit haar kleermakerszit en pakte haar fiets. Genietend van de zon fietste ze langs de gewone weg waar ze al zo vaak langs was gefietst.
Plotseling, viel haar oog op een gewone jongen die op de gewone steiger bij het meer zat. Ze probeerde weg te kijken maar haar blik werd teruggetrokken. Zou ze naar hem toegaan? Ach, waarom ook niet.
Ze stapte af en zette haar fiets tegen een gewone gele vuilnisbak om hem vervolgens op slot te doen. Daarna liep ze langzaam, bedachtzaam, naar de gewone jongen toe.
“Hé,” zei ze tegen hem toen ze naast hem stond. Hij keek op. De adem van het meisje stokte even. Zijn gewone, maar wondermooie groene ogen waren betoverend. “Hallo,” antwoordde hij. “Kom toch naast me zitten,” zei hij op een vrolijke toon terwijl hij naast zich klopte.
Het meisje lachte haar bekende gewone, maar leuke glimlach en liet zich naast hem neerzinken. “Heb jij ooit zo’n gewone dag meegemaakt?” vroeg de gewone jongen met de mooie ogen aan het meisje.
“Nog nooit zo gewoon maar toch zo mooi,” was het antwoord van het meisje. De jongen glimlachte naar haar en een gelukzalig gevoel verspreidde zich door haar hele lichaam. Ze wist dat het voorbestemd was dat ze deze jongen moest ontmoeten. Vanaf nu zou alles met volle kracht vooruit gaan, zonder te struikelen of een stap terug te moeten nemen.
De jongen voelde schijnbaar hetzelfde want hij keek vol genegenheid naar het meisje. Ze pakten elkaars handen. Een onbekend gevoel van adrenaline en kracht schoot door hun lichaam.
“Weet je?” zei de jongen. Het meisje schudde haar hoofd, ze wist niet wat hij wou zeggen, maar eigenlijk maakte het haar niet veel uit – ze voelde zich zo gelukkig op dat moment, ze had het idee de hele wereld aan te kunnen indien nodig. “Jij… jij bent het liefste gewone meisje dat ik ooit heb ontmoet,” vertelde de jongen.
Het meisje kon haar geluk niet op en drukte zich tegen de jongen aan. Ze snoof zijn geur op, voelde zijn lichaam, was zich bewust van het bijzondere tussen hun twee. De jongen beantwoordde de knuffel door haar nog steviger tegen zich aan te drukken.
Met zijn grote, zachte handen woelde hij door haar bruine krullen terwijl de zon scheen voor hen twee.
“Wat houd ik toch van gewone dagen,” verzuchtte het meisje ten slotte. De jongen maakte een instemmend geluidje. Hij was het er mee eens, zonder de gewone dagen had hij dit meisje nooit ontmoet.
“Wat zouden we toch zonder gewone dagen moeten?” vroeg hij zich af. Het meisje verloste zich een beetje van hem en keek hem aan. “Ik zou het niet weten,” antwoordde ze.
Het voelde alsof ze deze gewone jongen al eeuwen kende. De verbintenis tussen hen was zo puur en vanzelfsprekend dat het gewoon leek.
“Zonder gewone dagen…” begon ze. “Zou ik eeuwig opzoek zijn geweest naar jou, maar had ik je nooit gevonden.”
De gewone jongen keek haar stralend aan en drukte een kus op haar zachte, gewone lippen.
Ze zaten dicht tegen elkaar aan en keken over het meer uit. De zon zakte en verdween, een rood-oranje gloed achterlatend.
De gewone dag liep ten einde, maar voor deze twee, zou het niet meer hetzelfde zijn.
damn.. ga een boek schrijven (:
BeantwoordenVerwijderen